U kunt deze pagina direct afdrukken of een PDF-bestand downloaden. |
door Lieke van Duin en Jos van HestHet boek van Bod PaAnton QuintanaBoek terug naar bovenKan iets níet bestaan alleen omdat wij het bedacht hebben? Op die manier kan alles wel bestaan. Als je dat maar weet. Een stukje uit een gesprek tussen een sjamaan en zijn leerling, in een niet nader aangeduide toendra en tijd. (Op de achterkant van Het boek van Bod Pa wordt aangegeven dat het verhaal zich afspeelt ergens in Centraal-Azië ten tijde van Marco Polo.) Het bovenstaand fragment is kenmerkend voor deze schitterende, weerbarstige roman, waarvoor je ook als volwassen lezer de tijd moet nemen. Voortdurend geeft auteur Anton Quintana via zijn hoofdpersoon, de blinde dwerg/sjamaan/dichter/zwaardvechter Bod Pa, denkstootjes die de lezer op het verkeerde been zetten en uitdagen om niet alleen met verstand te lezen, maar ook met intuïtie. Zonder modieus jargon verbindt hij aarde en hemel, natuur en bovennatuur tot een bedwelmende wirwar van tegenspraken. Hoogdravend wordt hij echter nooit: de levensbeschouwing van Bod Pa is doorspekt met humor, even platvloers als diepzinnig en zo aards als een paardenvijg. Bod Pa is een ongrijpbaar personage: een sjamaan zonder de tekenen van waardigheid die in zijn tijd gebruikelijk waren: kettingen met muizenschedeltjes, bosjes gras, vogelklauwtjes en -veren. Wel wordt hij steevast vergezeld door een raaf en een wolf. Hij is een mismaakte blinde kobold met iets duivels, een vaak dronken aardappelkabouter. Bod Pa heeft iets van een tricksterfiguur, een bemiddelaar tussen goden en mensen met bovennatuurlijke gaven, een genezer èn charlatan. De sjamaan is ontboden door de vader van Perregrin, een veertienjarige herdersjongen wiens gebroken been maar niet wil genezen. Aanvankelijk wil Perregrin niets te maken hebben met Bod Pa, maar geleidelijk wint de sjamaan zijn vertrouwen. Hij wordt Perregrins goeroe, al geeft de jongen zich nooit geheel gewonnen. Perregrin wordt door Bod Pa hardnekkig Pelgrim genoemd: vreemdeling in eigen land, zoeker in eigen ziel. Illustratief voor de werkwijze van Bod Pa is het begin van het boek: Perregrin moet met zijn zwakke been een dertig meter hoge populier met gladde stam in klimmen het leven is niets waard zonder een beetje risico om een jonge kauw uit zijn nest te halen. Bod Pa breekt beide pootjes van het beestje. Dan moet Perregrin het in het nest terugleggen. Door de kruiden die het jong van zijn vogelouders te eten krijgt, zal het genezen. Op het moment dat het kauwtje uitvliegt, moet Perregrin het neerschieten, want wie die vogel eet, eet ook alle kruiden die zijn poten genezen hebben. Aan het eind van het boek zal blijken hoe tricky Bod Pa met deze raad is geweest. Meester en leerling gaan op pelgrimstocht zonder te weten waarheen. Dat levert wijsheden op als De zin van het leven willen begrijpen, dat is de wind in een doosje willen doen. Zo weet ik er nog wel een paar, antwoordt Perregrin die soms geïrriteerd raakt en met hem de lezer door alle diepzinnig gegoochel met woorden, waarmee Bod Pa zichzelf steeds relativeert. Via de gesprekken verneemt de lezer ook iets over het mysterieuze verleden van Bod Pa: hij en Perregrins vader waren strijdmakkers in het verre land Nod, richting Mesopotamië, het land achter Gods rug, waar de kinderen van Kaïn wonen: verdoemden waar God niet naar omkijkt en die alleen nog voor hun wrok leven. Bod Pa blijkt dus de bijbel te kennen: een mooi verhalenboek volgens hem, dat over een halve eeuw ook wel hier in Centraal-Azië zal doordringen. Het was bedoeld als ideeënboek, aldus Bod Pa, maar bij gebrek aan ideeën hebben ze er maar een wetboek van gemaakt. Zo mixt Quintana flarden uit het christendom met sjamanisme en natuurgodsdienst. Het boek van Bod Pa had ook De leringen van Bod Pa kunnen heten. De belangrijkste lering is dat waarheid en leugen, heiligheid en sluwheid, lelijkheid en schoonheid tegenpolen zijn die elkaar doordringen en niet zonder elkaar kunnen bestaan. De grootste wijsheid is de kennis der dwaasheden, zegt Bod Pa ergens. En hem, de lelijke, blijft alleen de schoonheid over om in te geloven. Het boek van Bod Pa is geschreven in deels poëtische, deels dagelijkse spreektaal. Ondanks die eenvoudige taal laat het boek zich niet gemakkelijk in zijn volle betekenis veroveren: het is compact maar soms ook treiterig wijdlopig. Quintana schrijft echter ook sterk zintuiglijk: zoals Perregrin in het begin tijdens een hallucinatie een liedje niet alleen kan horen, maar ook proeven en ruiken, zo kan de lezer de overweldigende Aziatische natuur in Het boek van Bod Pa zien, horen, voelen en opsnuiven. Quintana prikkelt niet alleen het denken, maar streelt ook de zinnen. Het boek won behalve de Woutertje Pieterse Prijs ook de Gouden Uil. Leeftijd en (voor-)lezen terug naar bovenHet boek van Bod Pa is geschikt voor jongeren vanaf 14 jaar, met name op havo en vwo. Ook volwassenen zullen het boeiend vinden. Het is echter een boek dat veroverd moet worden; je moet er een ervaren en gemotiveerde lezer voor zijn. Dat maakt dat Het boek van Bod Pa meer geschikt is voor individuele lezers dan als voorleesboek voor een klas. Wel is het een boeiende kluif voor een leesgroep van jongeren of volwassenen. Geschikt om voor te lezen zijn de eerste twee hoofdstukken (Een ruiter uit het noorden en Raaf op mijn schouder wolf aan mijn knie, gevolgd door de eerste twee alineas van het derde hoofdstuk Je mag best een beetje blij zijn. We leven nog (p. 9 t/m 19). Het is een spannend fragment dat op zichzelf kan staan en dat een goed beeld geeft van stijl en inhoud van het boek. Voor wie verder wil lezen terug naar bovenAnton Quintana gaat in al zijn werk de diepte in met ruige verhalen over survivers, verschoppelingen die in de eenzaamheid van de natuur zichzelf trachten te vinden:
Gerelateerd werk:
Groepsgesprek over het boek terug naar bovenHet boek van Bod Pa is vanwege zn weerbarstige inhoud niet geschikt voor klassikale bespreking. Wel is het een aanrader voor een leesgroep van jongeren of volwassenen. Daarin kan een groepsgesprek juist zinvol en verhelderend zijn. Laat de deelnemers van de groep eerst spontaan reageren op het boek. Stimuleer hen met vragen als:
Als antwoorden op deze laatste vraag kunnen genoemd worden: Aspecten rond inhoud:
Aspecten rond opbouw:
Aspecten rond schrijf- en vertelstijl:
Tenslotte:
Spelregels en tips:
Praten terug naar bovenOver Bod PaDeze sjamaan zou geen fakir zijn, geen regenmaker, geen wonderdokter. Hij raakte niet om de haverklap in trance en hij had een hekel aan geheimzinnigheid. Maar hij had ook een donkere kant; hij was erg aan stemmingen onderhevig. En bovendien ging hij gebukt onder een heleboel menselijke zwakheden. Evengoed was hij een sjamaan. (p. 32) Als Bod Pa iets beweerde, klonk het vaak alsof hij zijn eigen woorden in twijfel trok. Vreemd was dat, voor een sjamaan. Doorgaans kreeg zon heilige man bijna een toeval als er aan zijn woorden getwijfeld werd. (p. 137) Bod Pa kon gewetenloos lijken, maar dat wás hij niet; hij hield er wel degelijk een geweten op na, alleen stoelde dat uitsluitend op zijn eigen denkbeelden over goed en kwaad. Wat nodig was, was in zijn ogen goed en wat onnodig was slecht;Dat is zonde om te doen, placht hij te zeggen. Het was nog een geluk dat hij er zo over dacht, want er liep geen scheidingslijn tussen zijn denken en handelen. (p. 162) Geef een omschrijving van Bod Pa in één woord, schrijf dat woord op en lees het aan elkaar voor. Waarom heb je voor dat woord gekozen? Geef een omschrijving van Bod Pa in één zin, schrijf die zin op en lees hem aan elkaar voor. Kan de figuur Bod Pa in één zin samengebald worden? Wat is Bod Pa voor een type? Is hij dat of vind je dat? Bij welke fragmenten had je grote bewondering voor hem? Bij welke fragmenten irriteerde hij je? Wanneer geloofde je hem? Wanneer vond je hem ongeloofwaardig? Zoek ondersteunende fragmenten op en lees ze elkaar voor. Over Perregrin / PelgrimPerregrin had ruim een half jaar naar deze ontmoeting toegeleefd en kon het ook niet helpen dat zijn verwachtingen hoog gespannen waren geweest. Deze sjamaan kwam immers speciaal voor hem. Viel dat even tegen! Het was me de sjamaan wel! Reken maar dat de jongens in het kamp hem zouden uitlachen. Wat een rotstreek. Moest dit een medicijnman verbeelden? Dit mannetje was zelf een brekebeen. (p. 26) Perregrin begon aan de afdaling zonder iets te denken, zonder iets te voelen. Eenmaal beneden zei hij hardop voor zichzelf uit: Wat had je dan gedacht? Je bent genezen door een oplichter. Het is maar dat je het weet. De zon steeg hoger boven de verre heuvels alsof dat vanzelf sprak. Hij staarde in het rode licht en knikte een paar maal. Natuurlijk, natuurlijk, wat had je dan gedacht? Toen ebde het lege, ontluisterende gevoel in hem langzaam weg en hij wist dat het niet meer terug zou komen. Loop heen, Pelgrim, zei hij tegen zichzelf en begon te lopen. (p. 291) Twee fragmenten over de herdersjongen Perregrin (14), een aan het begin van het boek en een aan het eind. De jongen kan goed paardrijden, is een goed schutter, maar zijn scheenbeen is vijf keer gebroken en geneest maar niet. De sjamaan Bod Pa die hem zou genezen, valt bitter tegen. Hij noemt Perregrin pesterig Pelgrim (dat reiziger in een vreemd land betekent), zegt de vreemdste dingen, geeft geen antwoord op vragen en is vaak verschrikkelijk irritant. Bespreek met elkaar wie Perregrin/Pelgrim volgens jullie is. Wat gebeurt er met hem in de loop van het verhaal? Waarom zou hij die naam reiziger in een vreemd land hebben? Wat is dat vreemd land? Waar zou hij naar op weg zijn? Over filosofische gesprekkenMijn land is binnenland, zei Bod Pa luid, en de rest van de wereld is buitenland. Dát klopt,zei Perregrins vader, en maakte zich vrolijk over de verbazing van zijn zoon. Er klopt altijd wel iets en daar moeten we het mee doen. Perregrin dacht bij zichzelf dat zijn eigen vader nog best een goed figuur zou slaan als goeroe. Er klopt altijd wel iets, deed hij hem na. En schudde zijn hoofd. Zo iets zou Bod Pa ook kunnen zeggen. Was dat nou wijsgerigheid? En daar moeten we het mee doen, herhaalde Bod Pa ineens met luide stem. Daar zeg je iets waar een mens wat aan heeft. Er klopt altijd wel iets en daar moeten we het mee doen. Voor de rest is alles chaos en warboel. Aan dat kleine beetje dat klopt, moeten we ons vasthouden. Dat is onze strohalm. Wat een flauwekul, zei Perregrin. Al weer iets dat klopt. Pelgrim is het er niet mee eens. Een Pelgrim die het er wél mee eens is, zou erg verwarrend zijn, maar een Pelgrim die onze wijsheden flauwekul noemt, dat klopt. (p. 155) Dit is een voorbeeld uit het boek van een (schijnbaar) filosofisch gesprek. Of vind je het eerder geneuzel? Praat er samen over. Vind je het net als Perregrim flauwekul? Worden er deuren die al lang openstaan nog eens open gezet? Ben je het eens met het idee dat er in elke opvatting wel iets zit dat klopt? En dat er in elke opvatting iets (of veel?) zit dat niet klopt? Bestaat de waarheid voor de volle honderd procent? Is de onwaarheid voor de volle honderd procent onwaar? Zoek in het boek andere filosofische fragmenten waarover je met elkaar het hoofd kunt breken. Bijvoorbeeld over de eenheid van tegendelen, zoals de gedachte dat god en duivel, goed en kwaad uit dezelfde oorsprong komen. Over sjamanismeDe geestenwereld Wat? De wereld van de geesten Wat is daarmee? Kun je daar echt contact me hebben? Bod Pa knikte ernstig. Zeker. Op voorwaarde dat je echt in geesten gelooft. Geloof verzet bergen, dus waarom geen geesten,zei Perregrins vader. Bod Pa keerde zijn verminkte gezicht naar hem toe. Jij gelooft toch niet in geesten? Perregrins vader keek van de sjamaan naar zijn zoon en terug en haalde toen zijn schouders op. Misschien bestaan ze niet, zei hij, maar zo duidelijk laten ze dat niet bewijzen. (p. 138). Zoek op internet op wat de kern is van het sjamanisme. Praat daar samen over. Tot hoever kun je in ideeën van het sjamanisme meegaan? Is Bod Pa een (echte) sjamaan? Zou je wel eens een sjamaan willen ontmoeten? Welke vraag/vragen zou je aan een sjamaan willen stellen? Over schuld en schone handenAlle schuld wordt al op aarde gewroken, en alle onschuld ook. (p.163) Een liedje van Bod Pa over schuld en onschuld. Praat met elkaar over wat (je denkt dat) er staat. Is het alleen een woordgrapje of zit er een visie achter? Wat is schuld, wat is onschuld, waarom zouden die gewroken moeten worden? Perregrin vraagt zich af of het waar is dat alle onschuld gewroken wordt. Wat heeft wraak met schuld en onschuld te maken? Lees op bladzijde 163/164 het antwoord van Bod Pa. Ben je het met hem eens? Heb je met schone handen ook schuld? Is het volgens jou ook beter met butsen in het harnas te staan dan van de strijd geen weet te hebben? Over paradoxenDe zon die ons verwarmt is de zon die ons verbrandt. De stroom die ons drenkt is de stroom die ons verdrinkt. De grond die ons voedt is de grond die ons begraaft. De wind die ons koelt is de wind die ons verwaait. (p. 252) Dit zijn wonderlijke, korte liedjes die Bod Pa zingt. Wat zingt hij eigenlijk? Zijn woorden lijken tegenstrijdig. Klopt het wat Bod Pa zingt? Praat er samen over. Zoek in het boek meer van dergelijke liedjes of paradoxale uitspraken en bespreek ze. Welke vind je heel goed, welke snap je maar half? Ga, via Wikipedia, op zoek naar andere paradoxen die je heel goed vindt en leg ze elkaar voor. Multatuli zei bijvoorbeeld: Neem één raad van mij aan: dat gij geen raad aanneemt. En: Niets is zeker en zelfs dat niet. Over een initiatieromanDe metaforische gestalte die Bod Pa op den duur in de roman aanneemt, heeft onmiskenbaar connecties met de rijke geschiedenis van de verhalende volkscultuur. Zijn grote vertelgave fabuleert het identiteitsgevecht van Pelgrim tot een literaire werkelijkheid, die geschraagd wordt door de orale tradities van het ons overgeleverde volksverhaal, maar waarbinnen de contouren van de moderne initiatieroman zijn af te lezen. Uit: Het juryrapport van de Woutertje Pieterse Prijs 1996 De jury van de Woutertje Pieterse Prijs vindt dat Het boek van Bod Pa (ook) gekenschetst kan worden als een roman over een initiatie. Een initiatie is een inwijding. Het is een leerproces dat tot een goed einde moet worden gebracht door een inwijdeling zodat hij of zij een ingewijde wordt: iemand die voortaan hoort bij een andere (oudere, hogere, wijzere) groep. Een initiatie gaat vaak gepaard met het uitvoeren van opdrachten en rituelen. Praat met elkaar over de vraag of Het boek van Bod Pa (ook) een initiatieroman is. Waaruit blijkt dat? Zoek in het boek fragmenten die daarop wijzen. Wat is het proces dat Perregrin doormaakt? Op wat voor manier verandert hij? Tot welke inzichten komt hij? Is zon initiatieproces alleen weggelegd voor jongens als Perregrin in die tijd in die cultuur? Hoe maken jongeren van nu, zowel jongens als meisjes, hun initiatie mee? Of hebben ze dat niet meer nodig? Kunnen in Het boek van Bod Pa, zoals de jury stelt, de contouren van de moderne initiatieroman worden afgelezen? Ken je boeken waarin dat ook (beter) gebeurt? Over de auteurQuintana, Anton (Nederland 1937-), pseudoniem voor Anton Adolf Kuyten, kwam als eerste van een tweeling ter wereld. Zijn moeder was een Baskische, zijn vader een zeeman die vrouw en kinderen al gauw in de steek liet. Na de dood van hun moeder belandde de tweeling in het burgerweeshuis van Amsterdam. Vanwege een geboortetrauma, de ene helft van zijn gezicht was scheef, maar ook vanwege de rivaliteit tussen de twee broers was Anton buitengewoon lastig. Op zeventienjarige leeftijd vluchtte hij naar Spanje, waar hij wegens landloperij werd opgepakt en in de gevangenis begon te schrijven, op hetzelfde ogenblik dat zijn tweelingbroer in Nederland met dichten begon. Uit: Encyclopedie van de jeugdliteratuur, De Fontein & Wolters Noordhoff, 2004. Een soort gekte. Dat is wat Anton Quintana kenmerkt. Een kleine man met een scheef, ongeschoren gezicht en asgrijs haar. Snel en binnensmonds prevelt hij zijn zinnen als spreuken voor zich uit. Dat is het gevolg van tweelingenpraat. Op mijn zeventiende liep ik weg uit het weeshuis. Vier jaar heb ik gezworven tot in de uithoeken van Europa. Van Gibraltar tot Kiruna, in het uiterste noorden van Zweden. Daar kon je toen niet verder. Elke nacht lag ik in de greppel tot ik aan het eind van het tweede jaar een man tegenkwam die me liet zien hoe je met stijl kunt zwerven. De man heette Angelo, maar ik noemde hem Pantalla. Dat betekent in het Spaans schemerlamp- dat was de vorm van de schaduw die zijn gebochelde lichaam op straat liet vallen. Later ben ik erachter gekomen dat pantalla ook schertsfiguur betekent. Op hem is de figuur van Bod Pa mede geïnspireerd. Ik raakte hem kwijt, vergat hem, maar begon hem te belichamen. Mijn lichaam schreeuwde hem uit. Uit: Mysteries zijn glashelder, een interview van Onno Blom met Anton Quintana, Trouw 22 maart 1996. Zoek via internet nog meer gegevens over de auteur. Praat er met elkaar over of de verhaalfiguren van Bod Pa en Perregrin veel te maken hebben met de schrijver. Wat zijn overeenkomsten, wat verschillen? Op wie lijkt Quintana volgens jou het meest, op Bod Pa of op Perregrin? Mag je een auteur vergelijken met een van zijn personages of is dat ongeoorloofd? Waarom wel/niet? Helpt het je een boek beter te plaatsen (en te waarderen?) als je ook wat van de schrijver weet? Doen terug naar bovenHaiku schrijvenOp de velden snijdt de wind als een scheermes dat alles kortwiekt (p. 22) Dit is een kort liedje dat Bod Pa zingt. Hij improviseer de tekst ter plekke. Een liedje van Bod Pa lijkt op een haiku. Dat is een rijmloos gedicht van drie regels over de natuur; de eerste regel telt vijf lettergrepen, de tweede regel zeven lettergrepen en de derde weer vijf. Dit is een eerste regel van een ander liedje van Bod Pa: Buiten huilen de Zie er een landschap bij en gebruik je fantasie. Schrijf er een tweede regel bij van zeven lettergrepen en een derde regel van vijf lettergrepen. En dit is weer een andere eerste regel van Bod Pa: Zwervende honden Maak het liedje af met een regel van zeven en een regel van vijf lettergrepen. Nog een eerste regel van Bod Pa: Het gras dat groeit langs Schrijf ook dat liedje volgens dezelfde spelregels. Lees elkaar jullie liedjes voor. Vergelijk jullie liedjes met die van Bod Pa. (Je vindt ze op bladzijde 220, 159 en 132.) Schrijf daarna zelf een geheel eigen haiku, inclusief de eerste regel. Geef iemand die je goed kent een haiku van Quintana of van jezelf cadeau. Meer drie-regel-liedjes schrijvenNiemand vertelt me waarheen ik gaan moet en ik word nergens verwacht. (p. 220) Niet alle liedjes van Bod Pa gaan over de natuur. Er zijn er ook die over zijn gedachten gaan, over zijn ideeën, vragen, wensen, gevoelens. Hier is een aantal eerste regels van vijf lettergrepen. Maak er liedjes van volgens de structuur van de 5-7-5 lettergrepen. - Geluk, geluk, dat - Een reiziger die - Zonder opscheppen - In de keuken de - Jij kunt beter gaan - Wie komt vragen wat - Goddank is het nu - Paardje van stormwind! - Nacht van volle maan! - Nu sta ik hier en Lees elkaar de liedjes voor. Vergelijk ze met de liedjes van Bod Pa. Die staan op bladzijde 12, 98, 100, 122, 203, 221, 231, 237 en 279. Schrijf ook een liedje waarvan alle drie de regels van jou zijn. Geef iemand die je goed kent een liedje van Quintana of van jezelf cadeau. Landschap met wind schilderenEn altijd was er de wind. De wind van de velden, die plotseling aan je kwam hangen met de zwaarte van een dampige kamelevacht, zodat je nog slechts met de grootste moeite vooruit kon komen. Die deed alsof hij haasje-over wilde spelen en er ineens met je stem vandoor ging, zodat je onverstaanbaar werd en als je toch koppig bleef doorpraten, raakte je buiten adem en kon je op het laatst alleen nog maar fluisteren: Verstaaaiii je me? De wind van de velden, die onverhoeds onder je jas dook en je dwong belachelijk grote passen te maken. Die kans zag door de lucht de vreemdste voorwerpen te vervoeren: afgerukte planten, takken, vogelnesten, ja, zelfs kadavers. De wind van de velden, een rabauw, een vandaal, een brokkenmaker, die het ene moment hoog aan de hemel de wolken uit elkaar rafelde en het volgende moment het gras op de heuvels platstampte. (p. 158) Schilder dit landschap. Zet de woorden van Quintana om in kleuren en beelden. Maak een (figuratief of abstract) schilderij waar de wind van af stormt. Zoek in het boek ander landschapsbeschrijvingen die erom vragen geschilderd te worden. Maak samen een tentoonstelling. Hang bij de schilderingen fragmenten uit het boek. Totemdier kiezenIk heb mn hart uitbesteed aan het uiltje. En weet je wat het gekke is? Je houdt meteen je hart niet meer vast. Ja. Precies. (p. 261) Bod Pa heeft zijn hart in de wolf gelegd, zegt hij, en hij raadt Perregrin aan zijn hart in de steenuil te leggen, omdat die behoedzame vogel bij hem past. De wolf en de steenuil zijn dus hun totemdieren. Toets bij Google totemdier in en lees over dat onderwerp. Geloof je in de werking van totemdieren? Wat zou jouw totemdier kunnen zijn? Via Google kun je een lange lijst vinden van totemdieren en hun aspecten. Van aap (intelligentie, aanpassingsvermogen, flexibiliteit) tot zwaan (schoonheid), van gans (teamgeest, reizen) tot panter (spieren, kracht, moed). Welk totemdier past het best bij jou? Waarom kies je voor dit totemdier? Maak een beschrijvende tekst of een kort lied over jouw totemdier. Teken, schilder, plak, knip, klei een beeld van je totemdier. Maak een gezamenlijke tentoonstelling. Juryrapport schrijvenSchrijf een juryrapport over Het Boek van Bod Pa. Beoordeel themas, opbouw en schrijfstijl van het boek. Onderbouw je betoog met argumenten en overtuig je lezer door je argumenten te bewijzen met citaten uit het boek. Vergelijk jouw juryrapport met dat van andere groepsleden. Lees daarna op www.woutertjepieterseprijs.nl het juryrapport uit 1996, het jaar dat Het boek van Bod Pa bekroond is. Vergelijk jullie juryrapporten met dat van de jury van de Woutertje Pieterse Prijs. Links terug naar boven
Reacties naar aanleiding van deze lestips zijn zeer welkom. U kunt ze sturen naar: lestips@woutertjepieterseprijs.nl |