> Prijs voor De regels van drie < Home Marjolijn Hof, Isbn: 978 90 451 14767 U kunt deze webpagina direct afdrukken, of
| door Lieke van Duin en Jos van HestDe regels van drieMarjolijn Hof, 2013Boek terug naar bovenDat Marjolijn Hof goed kan schrijven, bleek al bij haar debuut De bloem van de buurt (Kwintessens 1999) hoewel dat toen nog niet werd opgemerkt. Pas bij Een kleine kans (Querido 2006) werd haar talent erkend en beloond met een Gouden Uil en Gouden Griffel. De regels van drie, nu bekroond met de Woutertje Pieterse Prijs, gaat evenals Een kleine kans op een lichtvoetige manier over een ethisch dilemma. Het verhaal speelt in het uiterste noorden van IJsland in een vissersdorp aan een fjord, omringd door bergen. Daar komt de Nederlandse Twan terecht met zijn tweelingzus Linde, zijn moeder en zijn oma. Ze komen zijn overgrootvader opi Kas - die als haringvisser daar is blijven hangen - naar Nederland halen omdat hij 'bijna op' is en niet meer voor zichzelf kan zorgen. Dorpsgenote Svanna heeft zijn Nederlandse familie telefonisch gewaarschuwd dat het zo niet langer kan. Ze komen met z'n allen
omdat ze dan meer kans hebben om de oude man mee te krijgen.
'We denken dat hij dwars gaat liggen,' zei
oma.(...) Het is november en de ene sneeuwstorm volgt op de andere. Twan heeft Het Grote Survival Handboek bij zich, vol tips over hoe je in extreme omstandigheden kunt overleven. De regels van drie heeft hij uit zijn hoofd geleerd: Je neemt meestal binnen drie seconden een beslissing, en daar hangt je leven van af. (...) je hersenen kunnen drie minuten zonder zuurstof. (…) In een extreem klimaat blijf je drie uur in leven zonder speciale bescherming. Zonder drinkwater houd je het drie dagen uit en zonder voedsel drie weken. Hij leest ze opi Kas voor, maar opi, ver in de negentig, lichamelijk gammel, geestelijk helder, is niet geïnteresseerd in overleven. 'Ik heb al zo lang geleefd, jongens. Laat mij nou maar op mijn eigen manier...' . Zijn dochter en kleindochter willen daar niets van weten en nemen zodra ze zijn kleine huis binnenstappen de regie over. Eerst vindt Twan het niks dat hij bij opi Kas op de jongenskamer moet slapen, maar gaandeweg wordt hij goede maatjes met opi, al blijft hij fysiek afstand houden. Ze gaan naar het haringmuseum en spannen samen tegen de takketrutten. Twan vindt opi Kas echter teveel voor mij alleen en betrekt er Linde erbij. Opi wil in zijn eentje de bergen in om te sterven, net zoals eskimo's en indianen doen. Eerst willen Twan en Linde opi tegenhouden, maar geleidelijk verglijdt hun houding naar het accepteren van zijn wens en hem daar misschien wel bij helpen. Eerst lezen ze hem voor uit het Grote Survival Handboek om hem te ontmoedigen, daarna om hem goed voor te bereiden op zijn tocht. Als hun moeder en oma een avond weg zijn, is het zover. De regels van drie is hecht gecomponeerd, zonder losse eindjes; veel zinnen slaan terug op eerdere zinnen. Marjolijn Hof schrijft sober, subtiel en suggestief, met ingehouden humor. Haar dialogen zijn levendig, geven het verhaal vaart en richting en zeggen meer dan wat er staat. Haar taalgebruik is trefzeker: 'Auto's kapseizen niet. Auto's kiepen om.' Ze maakt van opi Kas een prachtige 'vrije jongen' en van zijn dochter - oma voor Twan en Linde - een bazige vrouw die nog altijd kwaad op haar vader is omdat hij haar vroeger in de steek heeft gelaten door steeds maandenlang de zee op te gaan. De moeder van de tweeling is genuanceerder, al komt zij soms wat plaagziek over; ze gaat dan zingpesten. Twan en Linde hebben naar elkaar aan een half woord genoeg. Als er tijdelijk een verwijdering tussen hen ontstaat doordat Linde voor het eerst ongesteld wordt, heeft Twan daar last van: Ik miste Linde. Zij en ik begrepen elkaar meestal. Ik zei iets en Linde zei iets en het leek op gooien en vangen, zo snel dat niemand ons kon volgen. Het komt weer goed tussen hen en samen helpen ze opi Kas om te verdwijnen. Het open einde maakt dat de lezer blijft nadenken: Hoe zou het met opi Kas zijn afgelopen? Zou hij gevonden zijn? Mag je iemand helpen om op deze manier zijn eigen weg te gaan? Voors en tegens worden zorgvuldig afgewogen en tot aan het eind blijft de vraag overeind wat het beste is. Het mooi strak geschreven De regels van drie snijdt dit actuele thema op integere, heldere manier aan zonder sentimenteel te worden. Leeftijd en (voor-)lezen terug naar bovenDe tweeling Twan en Linde is ongeveer 11 à 12 jaar oud. Dat maakt het boek geschikt voor 11+: groep 7 en 8 basisschool en de brugklas van de middelbare school. Voorleestips (zet bij het voorlezen een ijsmuts op): Hoofdstuk 1, p. 7-10 (introductie personages - op opi Kas na - en kennismaking met IJsland) Hoofdstuk 2, p. 24 na tweede witregel tot p. 26 (eerste keer dat Twan opi voorleest uit zijn Survival Handboek) Hoofdstuk 5, p. 45-48 tot witregel (opi Kas vertelt Twan over zijn plan) Hoofdstuk 7, p. 66-73 (opi vertelt over het meisje Inga Unnur Finnsdottir, op wie hij heel vroeger verliefd was) Voor wie verder wil lezen terug naar bovenEnkele andere boeken van Marjolijn Hof
Kinderboeken die in IJsland spelen
Kinderboeken die niet in Ijsland spelen maar wél in het poolgebied
Over sterven in de bergenIn de film De ballade van Narayama, (1983, Gouden Palm, 16+) is dit geen vrije keus, zoals bij opi Kas, maar sociale plicht. De Japanse cineast Shôhei Imamura baseerde zich op de gelijknamige roman van Shichiro Fukazawa. Het verhaal speelt in de 19de eeuw in een afgelegen dorp in het noorden van Japan. Als de dorpelingen zeventig jaar oud zijn moeten ze naar de berg Nara om te sterven. Zo maken ze plaats voor jongeren en blijft er genoeg voedsel voor de gemeenschap. De 69-jarige Orin ziet er nog goed uit, heeft al haar tanden nog en is nog vief. Toch moet ze zich voorbereiden op haar dood. De film volgt haar laatste jaar, waarin ze zorgt dat haar oudste zoon die weduwnaar is, trouwt en dat haar jongste zoon minstens één keer met een vrouw geslapen heeft. Indrukwekkende, rauwe maar ook ontroerende film. In De regels van drie leest hoofdpersoon Twan steeds (voor) uit Het Grote Survival Handboek. Survivalhandboeken
Groepsgesprek terug naar bovenEen goede manier om een jeugdroman klassikaal te bespreken is door Aidan Chambers ontwikkeld. Chambers is een Engelse jeugdboekenschrijver die in 2002 de Hans Christian Andersenprijs kreeg. Hij is ook een specialist in leesbevordering en hij beschrijft deze aanpak, ontstaan in de praktijk van de basisschool, in zijn boeken Vertel eens en De leesomgeving (Biblion 2001). De werkwijze is te gebruiken in de hele basisschool, op het vmbo en in de onderbouw havo/vwo. De 'Vertel eens'-aanpak komt erop neer dat de klas ongeveer drie kwartier over een boek praat naar aanleiding van vragen die de leerkracht stelt. Chambers gaat uit van de volgende basisvragen, die meestal veel reactie ontlokken:
Zet de antwoorden van de leerlingen op deze vragen in steekwoorden op het bord. De drie eerste vragen vormen een inleiding tot de laatste vraag, die het belangrijkst is: de vraag naar bepaalde patronen of stramienen in het boek. Door op die patronen te letten, leren kinderen beter kijken, luisteren en lezen. Dan kunnen ze nog meer genieten van een boek. Als ze daar eenmaal mee geoefend hebben, begrijpen ze het gauw genoeg. Patronen kunnen
zitten in de dingen die de leerlingen spannend/goed, saai/niet
goed, of moeilijk vinden.
Zodra de leerlingen doorhebben dat dát nu patronen of stramienen zijn, gaan ze die in andere boeken ook herkennen. Soms vinden leerlingen na zo'n bespreking moeilijke aspecten niet moeilijk meer, of vallen hen opeens leuke dingen op die ze eerst niet zagen. Tips
Praten terug naar bovenOver de titelDe regels van drie had ik uit mijn hoofd geleerd. (p. 7) Meteen op de eerste bladzijde komt de titel van het boek al ter sprake. Zoek met elkaar meer stukjes die gaan over de regels van drie en lees die fragmenten aan elkaar voor. Waarom zijn de regels van drie zo belangrijk dat het hele boek ernaar is genoemd? Vind je het een goede titel? Waarom? Bedenk met elkaar titels hoe het boek ook zou kunnen heten: een saaie titel, een spannende titel, een geheimzinnige titel, een titel met een naam erin, een titel met een werkwoord erin, een titel van één woord, een lange titel, een nog betere titel dan De regels van drie. Over doodgaan of blijven'Denk jij wel eens na over doodgaan?' vroeg Linde. 'Bijna nooit,' zei ik. 'Als je doodgaat, maak je plaats voor nieuwe mensen.' 'Wij blijven nog,' zei ik snel. 'En mama en oma blijven ook.' 'En papa.' (p. 84) Wat zou jij antwoorden op de vraag van Linde? Waarom zou ze die vraag stellen, denk je? Wat vind je van het antwoord van Twan? En wat vind je van de reactie van Linde dat je plaats maakt voor nieuwe mensen als je doodgaat? Ben je het met haar eens? Praat er met elkaar over. Zou jij plaats willen maken voor nieuwe mensen? Waarom wel of niet? En wanneer wel of niet? Wat wil opi Kas in het boek: doodgaan of blijven? Zoek stukjes in het boek waarin opi Kas daar iets over zegt en lees ze elkaar voor. Wat vinden Twan, Linde, moeder en oma daarvan? Vind jij dat opi Kas gelijk heeft? Ook als het je eigen opa zou zijn? Over iemand helpen om te verdwijnen'Ik wil weten wat ik moet doen als u de bergen in gaat. Wat moet ik doen om te helpen. Ik wil het nu weten.' (…) 'Je moet tegen die tijd wat spullen voor me pakken. Ik kan het zoldertje niet meer op.' 'Oké.'(…) 'En nog iets. Je moet zeggen dat ik lig te slapen als het zover is. Dat ik in de jongenskamer ben. In plaats van buiten ben ik dan zogenaamd hier.' 'Oké.' 'Fijn dat je me wilt helpen.' 'Ik heb niet gezegd dat ik ging helpen.' 'Je zei oké.' 'Om te zeggen dat ik u gehoord had.' 'Op die manier,' zei opi Kas. (p. 77) Opi Kas wil dat Twan hem helpt om de bergen in te gaan. Waarom zou opi Kas de bergen in willen? En weet Twan precies wat opi Kas wil? Waarom belooft Twan niet dat hij opi gaat helpen? Als jij Twan was, wat zou jij dan doen? 'We moeten nadenken over wat het ergste is,' zei Linde. 'Opi Kas in het ziekenhuis of opi Kas in de bergen.' Ik hoefde er niet over na te denken, want ik wist het al. 'Opi Kas in het ziekenhuis.' 'Ja,' zei Linde. 'Opi Kas in het ziekenhuis. Dat is het ergste.' (…) 'Opi Kas in de bergen,' zei ik. 'Dat is het minst erge.' 'Dus?' zei Linde. 'Dus,' zei ik. 'Hij wil dat ik hem help,' zei ik. 'Spullen pakken en zeggen dat hij in bed ligt als hij weggaat, maar ik weet nog niet of ik dat ga doen.' (p. 86/87) Waarom twijfelt Twan nog steeds om opi Kas te helpen? Wat spullen van de zolder pakken: is dat zo moeilijk? Hoe denkt Linde daarover, volgens jou? Hoe zou het aflopen als opi Kas de bergen intrekt? Goed? Op wat voor manier goed? Slecht? Op wat voor manier slecht? Als het slecht afloopt, is het dan mede de schuld van Twan en Linde? Wat zou jij gedaan hebben als het om jouw opa of oma ging? Over schaamteIk kleedde me uit tot ik alleen mijn onderbroek aanhad. Ik liet de kraan lopen, maakte het washandje nat en begon bij mijn gezicht. Het was vreemd stil in huis. Zomaar opeens. Alsof ik in een tv-programma met een verborgen camera was beland, bedacht ik. Daar stond ik, helemaal alleen in de keuken. Ik liet mijn onderbroek zakken en plotseling gingen alle deuren open. Iedereen sprong tevoorschijn. Oma, mama en Linde. Opi Kas en de cameraploeg. Mensen met feesthoedjes en toeters. Tadáá! Maar er gebeurde niets. Ik waste mezelf van top tot teen. Razendsnel. (p. 81) Twan schaamt zich om bloot gezien te worden. En hij schaamt zich ook als hij opi Kas in zijn blootje ziet. Kun je je dat voorstellen? Denk je dat opi Kas zich schaamt? Praat met elkaar over schaamte. Wat is schaamte eigenlijk? Is het goed om je te schamen? Lastig? Vervelend? Stom? Waarom? Denk je dat ieder mens zich wel eens schaamt? Schaam jij je ook? Soms, vaak, altijd? Kun je je ook schamen voor andere dingen dan 'bloot zijn'? Om wat dan? Kun je je ook schamen voor andere mensen? Krijg jij gauw een rood hoofd? Wat doe je als je moet blozen? Wie schamen zich meer: jongens of meisjes, kinderen of volwassenen, peuters of bejaarden? Waarom denk je dat? Kan een baby zich al schamen? Op welke leeftijd begint schaamte? Over een boek waar je minstens een week mee kunt doenIk had alleen het begin van Het Grote Survival Handboek gelezen. Het had meer dan driehonderd bladzijden en al die weetjes begonnen me op een gegeven moment te vervelen. Maar mama had gezegd dat ik een boek mee moest nemen waar ik minstens een week mee kon doen. (p. 7/8) Neem jij boeken mee als je met vakantie gaat? Waarom wel/niet? Wat voor soort boeken en hoeveel? Boeken die je al een keer hebt gelezen of die je juist nog niet kent? Dikke of dunne boeken? Luisterboeken? E-books? Heb je wel eens met een vakantie boeken meegenomen en ze toen niet gelezen? Hoe kwam dat? Wat is voor jou een boek waar je minstens een week mee kunt doen? Hoe lang doe jij meestal over een boek? Welk boek zou jij meenemen als je Twan was? Neem van huis of uit de (school)bibliotheek boeken mee die je goed vindt om mee te nemen op reis. Laat ze elkaar zien en vertel erover. Geef elkaar leestips. Over een verkeerde beslissing nemenBinnen drie seconden nam ik een verkeerde beslissing. (p. 10) Neem jij wel eens beslissingen? Of worden ze meestal voor jou genomen? Wat mag jij zelf beslissen? Zijn dat altijd goede beslissingen? Heb jij wel eens een verkeerde beslissing genomen? Wat voor beslissing was dat? Een grote of een kleine? Wanneer en waar gebeurde dat? Wist je meteen dat het een verkeerde beslissing was of merkte je het pas na een tijd? Is beslissingen nemen moeilijk? Doe je er soms ook lang over om een beslissing te nemen? Praat met elkaar over keuzes maken, twijfelen, (on)zekerheid, terugkomen op je beslissing. Geef steeds voorbeelden uit het leven van alledag. Bijvoorbeeld over het uitstellen van huiswerk maken, welke kassa je kiest in de supermarkt, wat je op je brood smeert, welke sokken je aantrekt, waar je gaat zitten in de bus. Over wat je hoort als je in bed ligtNa een tijdje wist ik zeker dat opi Kas sliep. Hij ademde in en uit. Er zat een piepje in zijn keel, alsof er iets gesmeerd moest worden. De wind hield me wakker. En het huis maakte geluid, het kraakte en af en toe was er een droge tik te horen. (…) Ik hoorde mama naar bed gaan. (p. 27) Wees eerst samen zo stil mogelijk en luister dan naar de geluiden die je hoort in de klas. Praat er daarna kort over. Luister dan naar de geluiden in het schoolgebouw. Naar de geluiden buiten. Naar de verste geluiden. Naar geluiden in jezelf. Kun je je bloed horen ruisen, je maag horen rommelen? Praat met elkaar over wat je hoort als je 's avonds in bed ligt. Maak eerst in gedachten eenzelfde luisterreis: de slaapkamer, het huis, naar buiten, naar ver weg, naar binnen. Weet je nog wat je hoorde toen je in een logeerbed lag, toen je met vakantie was of toen je in het ziekenhuis lag? Praat over bekende en vreemde, geruststellende en enge geluiden. Doen terug naar bovenMeereizen in een atlas of op Google mapsHet was onze tweede reisdag. Op de eerste waren we naar Reykjavik gevlogen. (…) De volgende morgen stapten we in een vliegtuigje dat ons naar het noorden bracht. (p. 9) 'De zee?' vroeg ik. 'Where is the sea?' De chauffeur wees naar links. (p. 8) Het busje reed een smalle tunnel in. (p.10) Aan de andere kant van de tunnel lag het dorp van opi Kas. (p.11) Het dorp moest vlak bij de zee liggen en vlak bij de bergen. (p.14) Pak de atlas of kijk op Google Maps en zoek IJsland en Reykjavik op. Probeer de reis van Twan en zijn familie op de kaart na te gaan. Vanuit Reykjavik gingen ze per vliegtuig naar een vliegveld ergens in het noorden. Vandaar met een busje verder. De zee ligt links. Na een tunnel ligt het dorp van opi Kas vlak bij de zee en de bergen. Waar op de kaart zou dat kunnen zijn? Ik heb op verschillende plekken aan dit boek gewerkt. Allereerst was er Herhúsið in Siglufjörður, hoog in het noorden van IJsland. Daar deed ik veel indrukken op die in het verhaal terecht zijn gekomen. (p.119, de auteur in haar dankwoord.) Zoek op de kaart van IJsland, op Wikipedia of op Google Maps Siglufjörður op. Zou dat ook de plaats kunnen zijn waar in het verhaal opi Kas woont? Ik schreef verder in het zuiden van IJsland, in Laugarvatn. (p.120, de auteur in haar dankwoord.) Zoek op de kaart van IJsland, op Wikipedia of op Google Maps Laugarvatn op. Via welke weg zou schrijfster Marjolijn Hof daarheen hebben kunnen reizen? Toneelscène Plokkfiskur spelen'Plokkfiskur,' zei opi Kas. 'Plokkfiskur?' zei mama en daarna zei oma: 'Plokkfiskur.' En ik riep 'Plokkfiskur! Plokkfiskur!' omdat het goed was om even lawaai te kunnen maken. Opi Kas lachte. 'Plokkfiskur,' zei hij langzaam 'Hèhè, dat hadden we nodig,' zei oma, 'een beetje vrolijkheid.' Het werd meteen stil. (p. 21/22) Speel met elkaar deze scène uit het boek. Het IJslands woord 'plokkfiskur' wordt op allerlei verschillende manieren gezegd. Na de Nederlandse zin van oma moet het meteen stil zijn. Wat gebeurt er eigenlijk in deze scène? Fantaseer een ander woord dat IJslands klinkt en maak er een vreemde toneelscène van. Er mag geen Nederlands in gesproken worden, alleen het nieuwe IJslands woord dat steeds wordt herhaald: vragend, kortaf, boos, vrolijk, fluisterend, lachend, zingend, enzovoort. Hoe loopt de scène af? Nieuwe woorden bedenkenzombieberg (p. 29) plofwoorden (p. 29) zingpesten (p. 44) mouwvreters (p. 55) Dit zijn nieuwe woorden die schrijfster Marjolijn Hof heeft bedacht. Wat betekenen ze? Pak het boek erbij en leg het aan elkaar uit. Fantaseer zelf een paar nieuwe woorden. Bijvoorbeeld: jasscheurders, lachbossen, vliegtaal, dansdal, enzovoort. Schrijf ook op wat die woorden betekenen. Vraag andere kinderen welke betekenis zij geven aan jouw nieuwe woorden. Komt dat in de buurt van wat jij hebt bedacht? Collage maken van opi KasOpi Kas was zo oud dat ik hem in mijn hoofd niet jonger kon maken. Ik dacht aan opi Kas als visser en ik zag een oud mannetje in een blauwe trui. Ik dacht aan opi Kas als jongen en ik zag een oud mannetje in een korte broek. Ik dacht aan opi Kas als baby en ik zag een oud mannetje met een fopspeen. (p. 42) Knip uit kranten en tijdschriften foto's van baby's, jongens, jonge en oude mannen. Plak de foto van een baby op een papier en plak over het babyhoofd het hoofd van een oude man. Of geef een visser, voetballer, fotomodel de kop van een veel oudere man. Zo maak je een collage van hoe Twan opi Kas ziet. Je kunt er ook bij tekenen. Het hoofd nog ouder maken door er een baard of snor op te tekenen. Werk met verschillende formaten: een klein babylijf met een groot mannenhoofd, of andersom. Maak een tentoonstelling van alle collages van opi Kas. Voorlezen voor mutsenIk had nieuwe bruine wanten aan en een nieuwe muts met grijze en bruine figuurtjes. (…) Mama had een nieuwe grijze muts en oma een nieuwe witte. Ze hadden ook een muts voor Linde gekocht. En een muts voor opi Kas, want anders was het niet eerlijk. (p. 55) Vraag alle kinderen uit de klas om met een gebreide (ijs)muts op naar school te komen. Misschien heeft niet elk kind zo'n muts, maar wellicht zijn er ook kinderen die een extra muts mee kunnen nemen. Lees het eerste hoofdstuk uit het boek voor terwijl iedereen een muts op heeft. Nog spannender kan dat zijn om het in de winter te doen, met de ramen open, iedereen dik en warm aangekleed. Je naam veranderenHet mooiste haringmeisje, en nu komt het, was Inga Unnur Finnsdottir. (p.66) Ik dank het team van Herhúsið: Ásta Júlia Kristjánsdóttir, Kristján Jóhannson, Guðný Robertsdóttir, Hálfdán Sveinsson. (p. 119, in het dankwoord van de schrijfster) Mensen in IJsland krijgen de voornaam van hun vader als achternaam. Als je een meisje bent, wordt er dóttir (dochter) achter de voornaam van je vader gezet, als je een jongen bent son (zoon). De achternaam van Inga Unnur is Finnsdottir. Dat betekent dus: dochter van Finn. De achternaam van Kristján is Jóhannson. Dat betekent zoon van Jóhann. Tegenwoordig kunnen IJslandse kinderen ook de voornaam van hun moeder als achternaam krijgen. In Nederland had je vroeger iets soortgelijks. De beroemde componist Jan Pieterszoon Sweelinck is de zoon van Pieter. De vader van de uitvinder van de boekdrukkunst Laurens Janszoon Coster heette Jan. En de vader van verzetsvrouw Kenau Simonsdochter Hasselaer heette Simon. De Nederlandse achternaam Janssen komt van Janszoon. Achternamen als Pietersen, Hendriksen, Klaassen, Gerritsen, Jacobsen zijn op een soortgelijke manier ontstaan. Verander je naam in een IJslandse variant. Je houdt je voornaam, maar als achternaam neem je de voornaam van je vader en daar zeg je 'zoon' of dochter' achter. Stel je zo aan elkaar voor: Ik ben Mirjam Karelsdochter; ik ben Daan Karelszoon. Doe dat ook met de voornaam van je moeder: Ik ben Mirjam Margrietsdochter. Ik ben Daan Margrietszoon. Zou je in het echt ook graag zo willen heten? Een quinzhee tekenenIk maakte nog een tekening. In het boek stond een plaatje van een quinzhee, een uitgegraven hol in een sneeuwhoop. Ik tekende het plaatje na en omdat niemand, echt helemaal niemand, kon zien dat het een hol in een sneeuwhoop was schreef ik: Dit is een quinzhee. Dat hielp niet zoveel, niemand, echt helemaal niemand wist wat een quinzhee was. (p. 58) Teken vlug op een kladblaadje een quinzhee, ook al weet je niet hoe die eruit ziet. Vergelijk je tekening met die van andere kinderen uit jouw groep. Bekijk op YouTube filmpjes over het bouwen van een quinzhee. In dit filmpje zie je hoe een man in drie minuten een quinzhee bouwt (in het echt deed hij er vijf dagen over): http://www.youtube.com/watch?v=bXp_KhfluD0 En dit is een wat uitgebreider filmpje over het maken van een quinzhee: http://www.youtube.com/watch?v=hfUKpDJPkB8 Twan zegt in het boek dat helemaal niemand weet wat een quinzhee is. Is dat zo? Doe een onderzoek: vraag aan je vader, moeder, oom, tante, buurvrouw, trainer, vriend, vriendin, bekende, onbekende of ze weten wat een quinzhee is. Hoeveel mensen kom je tegen die het niet weten? En hoeveel weten het wel? Turf de uitkomst. Leg aan mensen die het niet weten uit wat een quinzhee is: een hol dat is gemaakt in een sneeuwhoop en waarin je veilig en redelijk warm kunt overleven. Haring- en kabeljauwquizIk zat in de kabeljauw, in de haring, overal smoesde ik me naar binnen. (p. 65) Opi Kas viste eerst op kabeljauw, daarna op haring. Wat is het verschil tussen een kabeljauw en een haring? Zoek op internet naar informatie over deze beide vissoorten. Schrijf vragen op naar aanleiding van de info die je vindt. De antwoorden moeten steeds 'haring' of 'kabeljauw' zijn. Bijvoorbeeld: Welke vis is groter: haring of kabeljauw? Welke vis zwemt dieper: haring of kabeljauw? Is een rolmops een haring of een kabeljauw? Van welke vis wordt stokvis gemaakt? Bij welke vis hoort vlaggetjesdag? Welke vis heeft een kin-draad? Welke vis heeft bruine vlekken? Welke vis wordt rauw gegeten? Is kibbeling kabeljauw of haring? Enzovoort. Speel vervolgens de haring- en kabeljauwquiz. Serveer er stukjes haring en kibbeling bij. Breien'Maar als het moet kan ik heel goed breien,' zei opi Kas. Hij haalde zijn oude muts uit het gangetje. 'Twee recht, twee averecht, geen kunst aan.' (p. 78) Vroeger was het heel gewoon dat mannen breiden, vooral herders en vissers. Later werd breien meer iets voor vrouwen. Op de lagere school kregen meisjes en jongens breiles. Tegenwoordig zijn het meestal vrouwen die breien, maar ook steeds meer mannen vinden het leuk. Breien is hip geworden. Als je op YouTube 'leren breien' intikt, krijg je veel filmpjes te zien met uitleg hoe je leert breien. Bijvoorbeeld dit filmpje over de basistechniek: opzetten, recht breien, averecht breien en afkanten: http://www.youtube.com/watch?v=SESm0AoYv0k In dit filmpje laat Emilie (vijf jaar) zien hoe ze breit: http://www.youtube.com/watch?v=mcOgKkrsx0w Nodig op school iemand uit om breiles
te geven. Dat hoeft niet perse een oma of een bejaarde uit een
verzorgingstehuis te zijn, ook veel jonge mensen kunnen
breien. Knopen leggen'Ik heb m'n hele leven knopen gelegd, dus daar hoef ik niets meer over te horen.' 'Kent u de dubbele kettingknoop?' vroeg ik. (p. 88) Leer elkaar de meest eenvoudige knopen leggen: de platte knoop, de schootsteek, de mastworp, de paalsteek. In dit YouTube-filmpje wordt het heel visueel uitgelegd. http://www.youtube.com/watch?v=qwqQ68oLH0Y Op YouTube zijn meer instructieve filmpjes te zien over allerlei soorten knopen. Wat is een oud wijf? Hoe knoop je een vlechtje, een armband? Hoe leg je een dubbele kettingknoop? IJslandse woorden vertalenplokkfistur (p. 21) sundfata (p. 32) Leifur (p. 67) andskotans (p. 68) bless (p. 91) kleinur (p. 106) Dit zijn IJslandse woorden die in het boek voorkomen. Wat betekenen ze? Zoek het op in IJslands woordenboek: http://woordenboek.co/europees/nederlands-ijslands Zouden de plaatsnamen Siglu-fjörður (p. 119) en Laugar-vatn (p. 120) ook wat betekenen? Andersom kun je op die site ook woorden vertalen. Wat is haring, kabeljauw, haven, sneeuw, vinger, stokvis, zwembad, water, fjord in het IJslands? Schrijf een korte zin in het Nederlands en maak een vertaling met hulp van het woordenboek in het IJslands. Noorderlicht-vloer maken'Noorderlicht,' zei opi Kas. Ik keek naar de hemel. De groene baan was zo bleek dat je hem bijna niet kon zien. De sterren vielen beter op, die twinkelden overal. (…) En tussen dat getwinkel verscheen een tweede groene baan, een lange tong die aan de hemel likte en langzaam feller werd. (…) De tong veranderde in een groen sluiergordijn dat zachtjes bewoog alsof de wind erdoorheen blies. En naast het gordijn kwam een nieuwe hemeltong, een lang lint dat breder werd en weer smaller. (p. 110) Kijk op Google-afbeeldingen naar allerlei foto's van het noorderlicht. Daar zie je dat het niet alleen om groene banen en tongen gaat, maar ook om blauwe kringen, paarse strepen, roze golven, oranje vlekken, enzovoort. Teken met kleurkrijt op zwart papier jouw eigen noorderlicht. Leg daarna de tekeningen van alle kinderen dicht tegen elkaar aan op de grond. Zo maak je samen een grote vloer van alle noorderlichten. Links terug naar boven |