Juryrapport Woutertje Pieterse Prijs 2013

NB: De geluidsopname bevat ook het dankwoord van de winnaar.

Wat is het toch erg om kind te zijn, verzuchtte een van de juryleden tijdens de laatste vergadering. Het is eigenlijk onbegrijpelijk dat we zo vaak terugverlangen naar die periode, zei een ander. Wie denkt dat kinderen een zorgeloos leven leiden leze eens een jeugdboek.

Opgroeien is geen pretje, als je de jeugdboeken uit 2012 mag geloven. Het begint al op school, met juffen, meesters en klasgenootjes die heus niet altijd zo aardig zijn als papa en mama hadden beloofd. En die ouders zelf: wat een sukkels! Ze maken ruzie, lopen weg of drinken teveel en weten zich geen raad met hun kroost. Of ze zijn juist zo dol op hun kinderen dat ze hen verstikken met een overdosis liefde of te hoge verwachtingen. Dan zijn er nog vriendschappen, die een kind geacht wordt te hebben, maar schei uit, ook daarin kan veel mee mis gaan. Dat geldt al helemaal voor de liefde, dat is pas rampspoed. Want wie wordt er nou verliefd op jou? Niemand toch? Of alleen de verkeerden. En er is dat rare lijf dat je met je meezeult, dat maar doorgroeit en zijn eigen gang lijkt te gaan. Trouwens: alleen als je geluk hebt, ben je niet behept met ADHD of een andere stoornis, maar die kans lijkt klein.

Is dit overdreven? Natuurlijk: maar met een kern van waarheid. De jury van de 26ste Woutertje Pieterse Prijs kreeg dit jaar opvallend veel boeken onder ogen waarin PROBLEMEN met hoofdletters worden geschreven.

Is dat erg? Nee hoor: literatuur gaat niet over vlot verlopende levens en eenvoudige verwikkelingen. Een probleem is vaak de motor van een goed lopend verhaal. En literatuur mag, nee moet de vinger op pijnlijke plekken leggen: literatuur kan schuren, schrijnen en knerpen. Jeugdliteratuur is daar geen uitzondering op. Veel van de huidige jeugdliteratuur sluit bijna pijnlijk aan bij de actualiteit en gaat over kinderen die worden buitengesloten om hun anders zijn. Ze worden gepest en gaan zich daar soms ook naar gedragen. Of ze proberen zich te conformeren, of slaan op de vlucht.

“Kinderen zijn kwetsbaar spul. Volwassenen zijn gelijmde kinderen”, zei de Vlaamse journalist Johan Anthierens. Kwetsbaar spul waarin barsten, scheuren, butsen en deuken ontstaan, die de rest van het leven door kunnen werken.

De jury las boeken waarin een probleem eendimensionaal wordt neergezet en die snel naar een oplossing toe werken. Dat is niet zo interessant. Boeiender literatuur lazen we van auteurs die durven af te wijken van dat stramien en een gelaagd verhaal componeren met verrassende wendingen. Dat geeft hen de mogelijkheid om te spelen met verwachtingspatronen: er worden nuances aangebracht en zaken omgedraaid. In deze boeken lopen goed en kwaad door elkaar en zit er veel grijs tussen het zwart en wit.

 

Welke boeken stegen er bovenuit?

 

Foto's: Maartje Strijbis

Een boek dat een bijzondere vermelding verdient, is De nacht van 2 april van Jan Simoen. Deze Vlaamse schrijver is ons begin dit jaar na een slopende ziekte ontvallen en zijn laatste boek verscheen vlak voor zijn dood. Hij laat een spannend jongensboek na, over buitenspelen, buitenspelen en nog eens: buitenspelen. Een persoonlijk getint verhaal over zijn eigen jeugd en een oorlogservaring van zijn ouders. Het bewijs dat er wel gelukkige kinderen bestaan in deze wereld.

De jury hield uit de 127 ingestuurde boeken een kwartet kanshebbers over die opvallende raakvlakken hebben. Het zijn alle vier boeken over kinderen die worstelen met zichzelf omdat ze anders zijn of zich anders voelen.

Marian De Smet schreef met Rotmoevie een filmische roman over de letterlijke tocht van een jongen om tot loutering en meer zelfkennis te komen. Een broos boek over verliefdheid, de dood, gemis en eenzaamheid, waarin een onverwachte vriendschap redding brengt.

Ook Zwarte Zwaan van Gideon Samson gaat over vriendschap maar in dit boek is niets wat het lijkt. In een ingenieuze constructie speelt de auteur met dader- en slachtofferschap en stelt hij op een indringende manier grenzen aan de orde.

De jury was ook uitermate gecharmeerd van Dertien rennende hertjes van Edward van de Vendel. Een verrassend kinderboek over een unieke ervaring en de fantasie als reddingsboei. Mede door de combinatie met de magistrale tekeningen van Mattias de Leeuw – onthoudt die naam! – een op en top jeugdboek.

En dan is er dat boek over die jongen waarvan de naam ergens in een hoekje van onze hersenpan verscholen zit en even losgepeuterd moet worden Oh ja, dat was hij. Een historisch personage van bijna twee eeuwen geleden. Een fascinerende figuur over wie tal van verhalen rondgaan en wiens geschiedenis tot op de dag van vandaag vele schrijvers, historici en onderzoekers bezighoudt.

Hoe zat het ook al weer met hem? De auteur moet zich die vraag ook gesteld hebben en is in navolging van andere grote kunstenaars het avontuur aangegaan. Ze, want het is een zij, schreef een boek dat je een historische roman kunt noemen. Er verschenen ook vorig jaar weer veel boeken met een geschiedkundig thema en de jury is tevreden over de kwaliteit. Al blijven sommige auteurs wel erg dicht bij de gebeurtenissen. Het is de kunst om meer te doen dan vertellen wat er is gebeurd.

Stel nou dat de personages tot leven komen, dat je met ze meevoelt, dat je in spanning zit over de afloop en je afvraagt wat feit en fictie is. Stel dat het historische wordt vervormd en verfraaid, dat er een eigenzinnige invulling aan wordt gegeven. En stel dat het verhaal ook nog eens zeggingskracht heeft, en ons misschien wel iets leert over de huidige tijd.

Stel dat een dergelijk boek ook nog eens geweldig mooi is geschreven in verschillende stijlen die bij de personages passen. Stel dat het boek spannend is, dat de scènes goed zijn opgebouwd en de schrijver respect afdwingt.

Dat boek bestaat en het wint de Woutertje Pieterse Prijs 2013.

Het winnende boek is een boek dat genres overstijgt: het is een historische roman maar ook een psychologische thriller en een indringend coming of age verhaal met hier en daar magische elementen. Het boek is ambitieus en misschien zelfs een beetje pretentieus. Maar het maakt de pretenties waar.

De hoofdpersonen zijn de fictieve Manfred en de historische persoon Kaspar Hauser. Twee outcasts, jongens die buiten de maatschappij vallen en van wie de levensverhalen razend knap met elkaar zijn vervlochten. Toch is het geen boek over slachtoffers want ook hier is niets zwart/wit. Goed en kwaad lopen dwars door elkaar heen en de rollen worden regelmatig omgekeerd.

Manfred is een mismaakte jongen met een hazenlip en daardoor uitgestoten. Zijn lelijkheid is een loodzware rugzak die hem bij zijn hunkering naar geluk en liefde hindert. De jongen is zo afstotelijk dat mensen voor hem aan de kant gaan. Hij is afhankelijk van de onvoorwaardelijke liefde van zijn moeder.

De auteur verweeft zijn verhaal met dat van een andere uitgestotene: Kaspar Hauser, het kind dat tot zijn zestiende in een kelder leefde en toen de wereld is ingeschopt. Ook een verworpeling, niet door zijn uiterlijk maar door zijn anders zijn.

De auteur zet een labyrint uit: een doolhof waarin de lezer kan ronddwalen en de weg kwijt kan raken om uiteindelijk weer het juiste pad te vinden. De puzzelstukjes van het grote raadsel worden langzaam in elkaar geschoven tot een kloppend geheel. De verschillende verhaallijnen komen uiteindelijk allemaal samen maar dan heb je wel een leeservaring achter de rug om u tegen te zeggen.

Op het graf van de echte Kaspar Hauser staat geschreven:

Hier ligt

Kaspar Hauser,

Een raadsel van zijn tijd,

zijn geboorte onbekend,

zijn dood duister.

De auteur heeft een monument opgericht voor Kaspar Hauser en daarmee voor alle verstotenen en onzichtbaren.

Het moge duidelijk zijn. De jury kent de prijs toe aan een auteur die met haar vijftigste boek een geraffineerd kunstwerk afleverde.

De Woutertje Pieterse Prijs 2013 is voor Kristien Dieltiens en haar dappere Kelderkind.

 

Amsterdam, 7 maart 2013

De jury

Hanneke Groenteman, voorzitter

Jaap Friso

Kees ‘t Hart

Vanessa Joosen

Leentje van Wirdum